De molen van Duffhues

                                  "de meulen van d'n Duf "

                                                   Deze stond tot 1976 aan de Deken Fritsenstraat in Rosmalen

   

Een schitterende foto uit ongeveer 1900 van  molen "Het Hert" in Drachten. Deze molen werd door Pieter Duffheus in 1902 afgebroken, naar Rosmalen gebracht en daar weer opgebouwd. De foto kreeg ik van
Stichting Smelne's Erfskip, een cultuurhistorische organisatie in Smallingerland Friesland.

Deze stellingmolen is daar in 1716 gebouwd  als vervanging van een veel kleinere standerdmolen uit 1695. Het was een van de twee molens van de familie Durksz en werd gebruikt als korenmolen. In 1902 heeft  Pieter Duffhues, een van oorsprong Veghelnaar die met zijn vrouw Doortje Laheij in Rosmalen woonde, de molen ge-kocht. Omdat die geheel van hout was kon hij gemakkelijk gedemonteerd worden waarbij alles genummerd werd en per boot en paard en kar naar Rosmalen is gebracht.  Daar bouwde Pieter hem naast zijn huis in de Krommenhoek, de huidige Deken Fritsenstraat, weer op. De opbouw van de molen werd uitgevoerd en/of begeleid door de Rosmalense architect en bouwkundige Adriaan Kusters die in de Dorpsstraat woonde. (later café Harry van Alphen en Mina Kusters). Pieter stopte als molenaar 1932. Hij bouwde elders in de Deken Fritsenstraat een nieuw huis en zijn oudste zoon Jo en diens vrouw Cato de Werd namen het bedrijf over. Jo liet de molen in 1934 restaureren. De houten onderbouw werd vervangen door een stenen. Dit werk werd uitgevoerd door de gebroeders Hein en Harry van Aspert uit Heeswijk.

         De molen voor en na de restauratie. Duidelijk is de vernieuwing van de onderbouw van hout in steen te zien.

  
Begin dertiger jaren. De foto is gemaakt vanaf waar nu De Annenborch staat. Links de bomenrij voor het huis van Toontje van Liempd, in het midden de woning van molenaar Duffhues en rechts de twee onder een kap woning waarin  links Driek en Sienna van de Vliert en rechts Harry en Martha Kusters woonden (nu winkel Langeraap).

  
                                                                  De Krommenhoek, nog in het zand, in 1930

Omdat er niet altijd voldoende wind was werd er vlak voor de oorlog een dieselmotor aangeschaft met een extra koppel stenen waardoor er dus altijd gemalen kon worden. De dieselmotor werd geplaatst achter het pakhuis. De familie noemden dit " 't Stoom " en de machinekamer, maar er kwam geen stoom aan te pas. Het was een, op zijn zachts gezegd, wat stugge motor die voor gebruik met een brander op temperatuur moest worden gebracht.
(Rond 1970 is de dieselmotor afgebroken en verkocht als schroot).
De oorlogsjaren waren moeilijk voor de molenaar. Vaak was er niet voldoende of helemaal geen dieselolie zodat er alleen maar op windkracht gemalen kon worden. Ook 's nachts werd er nooit gemalen omdat alles verduisterd moest zijn van de Duitsers. Overdag waren er ook beperkingen omdat de Duisers bang waren dat met de stand van de wieken geheime boodschappen aan het verzet en de geallieerden zouden worden doorgegeven. Ook voerden de Duitsers graancontrole uit, dat wil zeggen dat er niet méér graan gemalen mocht worden dan de toegestane hoeveelheid. Tijdens zo'n controle moesten Wim en zijn zusje Marietje (Ria|) van hun ouders de kleine klanten gaan zeggen dat zij niet mochten komen. Om tijdens de oorlog toch de mensen te kunnen helpen die 1 of 2 kilo graan te malen hadden om een paar broden te kunnen bakken waren er twee kleine molensteentjes aan-geschaft waarmee binnenshuis handmatig gemalen kon worden. Een bijkomend voordeel was dat deze kleine maalsteentjes gemakkelijk voor de Duitsers verstopt konden worden.
Tijdens de bevrijding liep de molen extra gevaar. De Duitsers, die aan de Maaskant lagen, hadden vandaar de molen als richtpunt. Ze waren bang dat hij als uitkijkpost voor de geallieerden  gebruikt zou kunnen worden. Dat was ook werkelijk zo want tijdens die bevrijding zaten er Engelsen in. Zij hadden schietgaten in de kop van de molen gemaakt en vuurden vandaar naar de Duitsers bij de Maas.  Die, op hun beurt, schoten vele granaten terug in richting van de Krommenhoek. Dat had ook grote gevolgen voor de  huizen en boerderijen die in het schoots-veld van de molen stonden, zeker omdat veel van de afgeschoten munitie brandbommen waren. Op 22 0ctober 1944 is de molen bij die oorlogshandelingen zwaar beschadigd maar gelukkig niet in brand geschoten. Overigens was terzelfder tijd in het huis van Pieter Duffhues, dat 100 meter van de molen afstond, een Engelse en Poolse commandopost gevestigd.

Meteen na de oorlog, en misschien wel tengevolgevan de oorlog, werd Jo Duffhues ernstig ziek. Hij moest in het sanatorium in Son worden opgenomen en is nooit meer in staat geweest om zijn zware vak uit te oefenen. Daarom werd zoon Wim, die in Nijmegen op het internaat van de Dominicanen studeerde, op 14 jarige leeftijd van 't internaat gehaald om in het molenaarsvak te worden opgeleid en zou zo onbedoeld de derde generatie Duffhues als molenaar worden. Gelukkig heeft hij veel steun en hulp gekregen van de bevriende molenaarsfamilie Der Kinderen uit Geffen. In de tweede helft van de vijftiger jaren is het bedrijf uitgebreid met een z.g. electrische hamermolen, welke door de Fa. Jaspers uit Aarle-Rixtel in de stenen onderbouw van de molen werd geinstalleerd.
In feite waren er toen drie maalsystemen mogelijk: de windmolen, de maalderij met de dieselmotor en de hamermolen. Deze zijn echter nooit tegelijkertijd gebruikt.

  
  
Enkele sfeerbeelden van het  molenerf  eind vijftiger jaren. Het vrachtwagentje, een Opel-Blitz,  was de eerste bedrijfsauto van molenaar Jo Duffhues.

Het assortiment werd uitgebreid en men ging ook kant en klare fabrieksvoeders verkopen.  Eerst alleen nog maar koeien- en paardenbrokken, maar later ook voeders voor het kleinvee. Met de opkomst van de grote mengvoeder fabrieken werd het malen allengs minder en daardoor raakte de molen in verval. Vanwege gevaar voor de omgeving werden in 1960 de wieken, de kap en het kruiwerk verwijderd en bleef alleen de romp op de stenen onderbouw nog bestaan.

                                        Ansichtkaart uit 1960. Kort daarna zijn de wieken verwijderd verwijderd.
                                                         De kop van de molen zou spoedig volgen.

Doordat de molen niet meer als zodanig werd gebruikt knaagde de tand des tijds steeds harder aan het houtwerk en in augustus 1976 werd besloten om hem te slopen. Dit werk werd uitgevoerd door een firma uit Schaijk. Hiervoor werd een enorme kraan opgebouwd in de Deken Fritsenstraat die vervolgens naar het molenerf werd gedirigeerd. Tijdens de sloop kwam een van de medewerkers, de Heer van Nistelrooy uit Geffen,  met zijn been onder een schuivende molensteen omdat hij al een staande balk aan het doorzagen was voordat de romp strak aan de kabels zat. Hij werd  met een gebroken been, vastgebonden op een brancard, via een laddertje uit de molen gehaald. Na dat ongeluk moest er een 2e takelwagen aan te pas komen die vanuit de Pastoor Coolenstraat eerst de molenstenen uit de molen haalde, waarna de eigenlijke sloop verder kon gaan.
De stenen onderbouw bleef staan en werd verder alleen als pakhuis gebruikt. Wim heeft de zaak voortgezet tot 1995. Toen werd hij ernstig ziek en overleed in 1996. Hij was niet getrouwd en daarom was er ook geen opvolger. Het bedrijf hield op te bestaan. De stenen onderbouw werd verbouwd tot woning. Het oude woonhuis en de schuren werden na enkele jaren afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw.

                               Een fotoverslag van de afbraak in 1976 die is gemaakt door Fred Duffhues.

      
                      Het "grote gereedschap" is gearriveerd in de Deken Fritsenstraat en bij de molen geplaatst.
 
  
  
                        De buitenwand wordt verwijderd.                   Het bovenste gedeelte van de romp wordt losgezaagd.


     
   Maar toen ging er iets mis. Een van de slopers kwam knel te zitten tussen een houten staander en de bovenste
   molensteen en brak zijn been. Hij werd op een brancard gebonden en via laddertje uit de molen gehaald.

   
Na dit ongeval moest eerst de bovenste molensteen worden verwijderd middels een tweede kraan vanuit de Pastoor Coolenstraat.......

     
                                                               waarna de bovenste helft van de romp volgde.....

        
                                                           ......en naast de schuur wordt gedeponeerd.

      
                                                                          Vervolgens de onderste helft.....

     
                                                                                  

     
                              ......de luchtreis, waarbij Wim Duffhues als een dirigent aan wijzigingen geeft.

     
                        Geland.                                              Als laatste wordt onderste molensteen gelicht.......

      
                                               .......en door Wim Duffhues beneden in ontvangst genomen.

  
                                                                                 Er was eens.....

                                                                                 Er is nu nog.....
                           
                                 

                                 

         Het onderste gedeelte van de molen van Duffhues zoals die nu, fraai gerestaureerd, nog wordt bewoond.
                                                                   Deze twee foto's zijn van Ton Heijmans.

                                                                                               
                                                                                         naar boven