Deken Fritsenstraat
Deel 2
o.a. op deze pagina:...kunstschilder
Louis...d'n aauwe meulen...postbesteller in kortebroek...chrisje van galen...
't
krom voske...kaatje prop...houten
keten...'n knots van 'n bats...kerkhof voor ongedoopten...postbooi als babyoppas...afbraakfoto's molen duffhues...huisje ten halve...bizar ongeval...doorbraak krommenhoek-hondsberg...
Allereerst een prachtige foto van de
Krommenhoek anno 1930. Links het huisje waar in die tijd de familie van
Dorus en Marie Kappen-Maas woonde. In de vijftiger jaren kwamen Harrie
van der Heijden en Antje de Kort hier te wonen. Het eerste huis
rechts is nu Verfspecialist Langeraap. Daar pal achter het woonhuis van molenaar Pieter Duffhues. In het midden achter de lantaarnpaal woonde
"Vader Janus" van der
Pas en links daarvan het in de oorlog afgebrande boerderijtje van Piet van Wanrooy,
die later naar de Striensestraat verhuisde.
Tot begin vijftiger
jaren noemde men alles
voorbij de bakkerij van Gred de Werd en café Hasje van Dijk
de Krommenhoek.
In het verleden had deze straat meerdere namen. Het heette hier
ooit Kerkenhoek en Nieuwe Molenhoek. Na de omnummering in 1954 kreeg de straat,
vanaf de Driesprong tot aan de
Hondsberg de naam Deken Fritsenstraat. De aauw generatie zi nog altèd Krommenhoek.
Foto begin zeventiger
jaren van de kruising Deken Fritsenstraat-Smidstraat van
Meeuwenstraat. Het oude café
't Huukske is al
afgebroken en vervangen door nieuwbouw. De mooie bakkerij van de Werd staat
er nog. Op de voorgrond het huizenblokje van o.a. Sjef Voets. De
Annenborch moet nog worden gebouwd en de molen (weliswaar zonder wieken)
van Duffheusstaat er nog. De houten noodwoningen zijn al verdwenen.
Het eerste huis aan de rechterzijde van
de straat, voorbij bakkerij van De Werd, is door Pieter Duffhues
in 1932 gebouwd. In dat jaar stopte hij als molenaar. Bij de bevrijding was
hier een commandopost van de geallieerden in gevestigd. Na de oorlog, Piet was inmiddels weduwnaar, woonde hij er
met zijn dochter Betsie. Betsie was paranormaal begaafd en had een
praktijk aan huis. Dagelijks kwamen hier tientallen pa-tiënten
uit heel Nederland en zelfs Belgie en Duitsland.
Ook in Rusmolle werd veel gebruik gemaakt van de bijzondere gaven van Betsie Duffhues. Als iemand door ziekte of ongeval veel pijn had ging een
familielid met 'n foto van de patiënt naar Betsie. Die overlas de foto
en de pijn verminderde snel.
(Voor een uitgebreid artikel over haar
praktijk zie pagina
Rusmollese minsen.
Betsie Duffhues
Het tweede huis was van aannemer
Toon van Uden. Aanvankelijk gebouwd als
enkele woning. Eind veertiger jaren bouwde Toon er in de lengte een muur doorheen. En zo ontstonden twee lange smalle woningen: een voor zoon Harrie,
bekend voetballer van OJC, en zijn vrouw Cor Minkels, en een voor zoon Jan
die getrouwd was met An Mutsaars.
Bijna alle mannelijke leden van het
gezin waren fervent duivenmelker.
Toon
van Uden bouwde voor zichzelf links van zijn oude
woning een nieuwe onderkomen. De bouwwerf van firma van Uden lag achter het
huis en is eind vijftiger jaren verdwenen.
Familie van Uden.
Vlnr. Staande: Jan, Frans, Kees, Harry, Piet. Zittend: The, Jos, vader
Toon, Jo, moeder Marie Kusters, Marietje en Toon
De werf van
aannemer Toon van Uden. Op de achtergrond de van Meeuwenstraat,
voorheen Nonnenpad.
Voorbij Toon van Uden
bouwde de gemeente enkele jaren na de oorlog vier woningen. In het eerste woonde Louis
van Amelsvoort. Louis was getrouwd met Kaatje de Veer (van Uden) een
dochter van Hanneke de Veer uit de Dorpsstraat.
Er kwamen zes kinderen, 3 jongens en 3 meisjes.
Voordat zij deze woning
kregen toegewezen woon-den zij in bij hun Ome Ties de Veer in de Garstlandweg.
Louis was al vroeg zijn ouders kwijt en groeide op in verschillende
kindertehuizen in Den Bosch. Hij werkte als bankwerker bij Philips in
Eindhoven. Louis was een niet onverdienstelijk kunstschilder en maakte vele
prenten van Rusmolle en omgeving.
Verder schilderde hij mee aan de coulissen voor Muziek en Cabaret-gezelschap
Levensvreugd. Dit gebeurde in de werkplaats van schildersbedrijf Piet van
der Plas in de Weidestraat.
Kaatje en Louis van Amelsvoort
Naast hun
in de tweede gemeentewoning zat de
familie van Ieperen. Martien en Marietje van Ieperen-Hermans om precies te zijn.
Martien groeide op
bij Tinus van de Ven
en zijn vrouw Johanna van den Hanenberg. Tinus kende iedereen in Rusmolles
als Tinus van Kiskes. Marietje woonde in haar jeugd bij Bert en Ké
van den Hanenberg. Ké bestierde een
dranklokaal dat bekend stond als café
Ké d'n Haon dat later over ging naar Hasje van Dijk.
Tinus van de Ven woonde in het zelfde pandje waarin het café
was gevestigd.
Marietje en Martien waren dus pleeg- én buurkinderen en vonden elkaar
ook in de liefde.
Zij trouwden en namen in de veertiger jaren het café van Ke d'n Haon
over.
Enkele jaren later stopten zij er mee en kwam het café in handen
van Driekske van
Berkel uit de Maliskamp. Later werd dit café "t Huukske.
Martien en Marietje van Ieperen
Thé en Ciska van Pinxteren
Dan de derde
gemeentewoning. Na de oplevering woonde hier het gezin van Thé
en Ciska
van Pinxteren-Pennings. Thé kende ze
in 't durp als Thè Pink. Hij
werkte in de bakkerij annex café en
levensmiddelenwinkel van zijn vader Piet van Pinxteren.
(Deze zaak werd in 1935 overgenomen door Gret
de Werd).
Thé heeft daarna nog enige tijd in
het bakkersvak gewerkt maar moest er vanwege een huidaandoening mee
stoppen.
Hij was daarna o.a. verkoper bij "Coppens Koopcentrum" dat nu winkelcentrum Molenhoek-passage heet.
In de jaren vijftig verhuisde het gezin van Pinxteren naar de Graafsebaan
achter café van Zuylen. Stieneke, een zuster van Thé,
kreeg het huis van haar broer toegewezen. Zij was getrouwd met Lenard Jacobus Meerge-naamd van de Zande
en kregen zes kinderen. Lenard werkte op de
koffie-branderij van P. de Gruyter & Zn. in Den Bosch. Stieneke
werkte voor haar huwelijk mee in de bakkerij van haar vader.
Ze zag er niet tegenop om met een bakfiets vol brood dur de Rusmollese zandpèdjes
te ploegen om het brood bij de klanten te bezorgen.
Lenard en Stieneke van de Zande
Bakker en caféhouder
Piet van Pinxteren in 1931. Zijn bakkerij stond in de Krommenhoek
en
zou later worden overgenomen door Gret de Werd. Uiterst links Thé
van Pinxteren, 4e van links Stieneke.
Piet
en Drika Vos-van Zoggel
Zij
woonde in de vierde gemeente woning. Piet kwam
oorspronkelijk uit de Maliskamp en Drika uit Berlicum.
Voordien
woonden zij in het gedeelte van het pand van Piet van Lier waar Jo Coppens
later zijn cafétaria in begon. In zijn
jonge jaren werkte Piet als broodbezorger bij bakker van Kessel in Den
Bosch, waarvan we
rechtsonder het bewijs zien. Na de oorlog zei hij het bakkersvak vaarwel en
kwam in dienst bij grootgrutter P. de Gruyter & Zn in Den Bosch als
medewerker op de snoepafdeling. Daar is hij tot zijn pensioen in 1972
gebleven. Piet was vele jaren muzikant bij harmonie St.Cecilia, eerst op de trom en later
blies hij op een klarinet. Ad, de oudste
zoon van Piet en Drika, begon in 1970 in 't Ven cafetaria
't Vosje.
1958. Familie
Vos. Achter vlnr.: Ad-Thea-Dien-Ria-Trees. De
jonge Piet als broodbezorger
Midden: Pa Piet-Annie-Bets-Ma Drika.
Voor: Ien-Peer-Rien.
Tot aan de oorlog was in de Krommenhoek, op de
hoek van de huidige Lambertus straat /Dr. Andreggstraat, een kerkhofje
dat in de volksmond het Dooienhofke werd genoemd.. Merkwaardig was dat het zo
ver van de Lambertuskerk af lag. Het werden mensen begraven die volgens
de normen van toen niet op de katholieke begraafplaats bij de
Lambertuskerk thuishoorden zoals zwervers en/of onbekenden waar de
gemeente of parochie geen gegevens van had alsook baby's die stierven
voordat ze gedoopt waren. Dat het midden jaren dertig nog werd
gebruik blijkt uit het verhaal dat Nelly Langeraap-Kusters mij vertelde.
Zij stond eens toen ze een jaar of zeven was door een raam van haar
ouderlijk huis (nu verfwarenwinkel Langeraap) naar buiten te kijken en
zag een personenauto stoppen. Op zich in die tijd al een bijzonderheid
in de Krommenhoek. Haar moeder die de auto ook had zien komen vermoedde
wat er ging gebeuren en verbood haar nog langer naar buiten te kijken.
Maar zij deed het stiekem toch. Ze aanschouwde een luguber tafereel,
zeker voor een jong meisje. Er stapte een man uit de auto die uit de
kofferbak een doodskistje haalde en dat op zijn nek naar het veldje
bracht. Vervolgens ging hij terug naar zijn auto, pakte een schop en
heeft het (zijn?) kind daar begraven. Wat moet dat frusterend zijn
geweest als je dat moederziel alleen en zonder hulp of belangstellenden
moest doen. Nu kijk je daar anders tegen aan en kun je niet goed
begrijpen dat kinderen die dood werden geboren of overleden voor ze
gedoopt konden worden daar als menselijk afval werden gedumpd. Wat moet
dat voor de ouders toch een zware gang
zijn geweest.
Het kerkhof moet vele jaren in gebruik geweest. Dat blijkt uit het feit dat
spelende jongens op gezette tijden daar oude beenderen, ook van volwassenen,
opgroeven. Piet Kusters vertelde mij dat ze eens
enkele doodshoofden hadden opgegraven, deze op stokken
hadden gespiesd en er brandende kaarsjes in hadden gezet.
Deze tweekapper is in 1922 gebouwd door Harrie Kusters en Driekske
van de Vliert.
Harrie Kusters en zijn vrouw Martha Kappen
en een jonge Harrie als militair
Harrie
Kusters ging zelf in het rechtse huis wonen. Hij was van huis uit unne'n èchte Krommenhoeker, trouwde met Martha Kappen
uit Nuland en heeft zijn hele leven als metselaar in de bouw gewerkt. Vele jaren is hij bij het onderhoud
van de Lambertuskerk betrokken geweest. Hij is zelfs in de kerk eens van de
steiger gevallen. Dit is gelukkig redelijk goed afgelopen.
In het gezin Kusters kwamen 8
kinderen, 6 zes jongens en twee meisjes.
Hun dochter Nelly trouwde met Sjef Langeraap, zoon van een zadelmaker uit Berlicum.
Het jonge paar ging in een bijgebouwtje achter het huis wonen. Sjef werkte bij verffabriek Limbra in Den Bosch. Om wat bij te verdienen
mocht hij van zijn baas thuis verfwaren verkopen. Hij
deed dat vanuit een schuurtje achter het huis. Het bleek goeie handel
want de verkoop groeide snel, niet in de laatste plaats door de vele
adviezen van Sjef.
Hij behaalde in de avonduren bij de
misters Ceelen en Rasenberg op de St.Josephschool een Midden-standsdiploma
waarna hij in de jaren zestig een verfwinkel aan
huis opende. Met een neus voor wat de klanten nodig hadden, samen
met deskundig advies, leerde hij veul Rusmollenaren zelf schilderen. De zaak wordt
nu door de kinderen van Sjef en Nelly voortgezet en is inmiddels
uitgebreid tot twee winkels: De oorspronkelijke winkel heet nu Langeraap Verf en Wand en de andere is Decohome Langeraap aan de Oude
Baan.
In het linker gedeelte
van het dubbele huis woonde Driek van de Vliert, die getrouwd was met
Sienna Kusters. Driek werkte oorspronkelijk met zijn zwager Harrie
in de bouw.
Dat zag hij op een gegeven moment niet meer zo zitten en is bij koffiebranderij
De Drie Mollen in den Bosch gaan werken waar hij tot zijn pensioen in
dienst is geweest. In het gezin van Driek en
Sienna kwamen 7 meisjes en 2 jongens. Twee dochters, Joke en Bertha, werden wereldberoemd in Rusmolle als artiesten bij de
Rusmollese Revue. Zoon Jan is altijd in het ouderlijk huis blijven wonen.
Driek van de Vliert en Sienna
Kusters
Vervolgens
de "meulen van d'n Duf" zoals die in Rusmolle werd genoemd. Gebouwd
in 1902. Of eigenlijk zouden we moeten
zeggen opgebouwd. De molen stond in de Friese plaats Drachten. Pieter Duffhues,
die oorspronkelijk uit Veghel kwam, had in de Krommenhoek een huis met
een stuk grond gekocht. Hij
durfde het aan om deze molen te kopen, af te breken, als bouwpakket
naar de Rusmolle te brengen. en bij zijn huis in de Krommenhoek
weer op te bouwen. Pieter, was getrouwd met Doortje Laheij uit Kerkdriel.
In 1932
ging het echtpaar "op rust" en bouwde
in de Krommenhoek naast bakker Gret de Werd een nieuwe woning.
Jo
en Cato Duffhues als jong echtpaar en op
latere leeftijd
In datzelfde jaar huwde hun oudste zoon Jo met Cato de Werd,
(een zuster van bakker Gret der Werd). Jo volgde zijn vader op en was daarmee
de tweede generatie Duffhues op de molen. Het jonge paar bleef bij de
molen wonen. Zij kregen 9 kinderen waarvan 2 op zeer jonge leeftijd
stierven.
In 1946 moest Jo vanwege TBC opgenomen worden
in het sanatorium te Son, waar hij meer als een jaar verbleef. Gelukkig
kon de molen met behulp van buren
en vrienden letterlijk draaiende worden gehouden. Een van hen was Harrie van der Heijden
die als boerenknecht op de boerderij van Jan van Uden in het
Sprokkelbosch werkte. Harrie was daar niet alleen actief als vervangend molenaar
maar ook in de liefde. Antje de Cort, vele jaren vaste hulp in het
grote gezin van Jo en Cato Duffhues, stond erg in zijn belangstelling. Ze zijn dan ook getrouwd en gingen tegenover de
molen wonen waar Harrie, inmiddels weduwnaar, nog woont. Jo is
nooit meer de oude geworden en overleed in 1963.
Zijn oudste zoon Wim werd de derde generatie Duffhues op de molen en tevens de laatste. Vanwege de slechte staat werden in 1961 de wieken
van de molen
gehaald. In 1976 is de romp van de molen gesloopt. Alleen het onderste stenen gedeelte uit
1934, bleef staan.
In 1995 werd Wim ernstig ziek en overleed in 1996. Hij was niet getrouwd
en er waren geen opvolgers. Het bedrijf hield op te bestaan.
Het onderste gedeelte van de molen is nu in gebruik als woning.
Zie ook pagina de
meulen van Duffhues
op deze site
Opa Pieter Duffhues en zijn kleinzoon Wim.
Kerstmis 1954 familie Duffhues. vlnr:
Thea-Tante Betsie-Maria-Felix-Pa Jo-Liesbeth-Piet-Opa Pieter-Ma
Cato-Fred-en Wim.
De molen voor en na de zestiger
jaren.
1976:
De afbraak
Woonhuis
van de familie van Liempt in 1970. Nu helemaal Huis en molen van Duffhues in de vijftiger jaren.
vernieuwd en bewoond door Hennie en Sjaan van de
De twee huizen op deze foto's stonden ooit naast
Wassenberg-van Liempt.
elkaar. Nu ligt er de Pastoor Coolenstraat tussen.
Het volgende huis is een
voormalige boerderij
die
in
1903 door aannemer Steenbergen werd gebouwd. In
de dertiger jaren woonde
daar weduwnaar Bert Verstegen. Zijn dochter Jaantje was gehuwd met postbooi Toontje van
Liempt en woonden
met hun dochter Annie bij Bert in.
Jaantje overleed zeer
jong en Toon hertrouwde met Ida van Bakel
uit Heesch.
Ida werkte als huishoudster bij de "vier umkes van Lokven" in boerderij
het Meeuwennest in de Kattenbosstraat. Zij kregen 2 kinderen: Sjaan en
Bert.
Toon begon in 1927, in korte broek
voor 28 cent per uur,
als leerling besteller bij de posterijen. Hij ontwikkelde een formidabel
geheugen en kende alle adressen van Rusmolle ut zunne kop. Een postbode
in die tijd maakte van alles mee en was eigenlijk een soort lopend
postkantoor. De mensen woonden erg verspreid, ver van het
dorpscentrum en hadden niet veel tijd om naar het postkantoor te gaan.
Ze gaven hun brieven en pakjes aan d'n booi mee zodat deze op de terugweg
naar het postkantoor bijna
net zoveel bij zich had als op de heenweg. Vaak werd hem werd gevraagd om
boodschappen over te brengen of geld dat voor anderen bestemd was en niks
met de post te maken had mee te nemen om ergens af te geven. Formulieren in vullen
was ook een vaste klus. Tevens fungeerden ze als een soort lopende
krant want ze wisten natuurlijk alles nieuwtjes in het dorp.
Toon kwam eens op een afgelegen huis wor 'n bietje paniek waar. De
moeder moest plotseling even weg maar had geen oppas voor haar zoontje. De
oplossing voor haar was Toontje de postbooi die
net binnen kwam. Voor dat hij nee kon zeggen zat hij mi dè klèijn
menneke
in z'n èrm.
Moeier peerde er uit en Toontje heeft noodge-dwongen bijna 'n uur met
het ventje zitten spelen
voordat ze terugkwam. Veertig
jaar later in 1967 moest hij vanwege gezondheidsproblemen af-scheid
nemen van "zijn" post. Na z'n pensionering hield hij
zich bezig met het fokken van diverse hondenrassen en houden van duiven.
De Deken Fritsenstraat uit 1972. Het
boerderijtje rechts is van Toon van Liempt.
Toon
van Liempt Ida van
Liempt-van Bakel Toon als jonge postbooi Toon ziet Abraham
Twee karakteristieke foto's van Chrisje van
Galen zoals ieder-een hem kende.
Voorbij van Liempt stond
en staat nog een klein huisje een eindje van de weg af. Net voor de oorlog
woonde daar drie ongetrouwde kinderen van Galen, de broers Chrisje en Jonnes
en hun zuster Mieke. Toen Mieke in 1939 met Jan Pennings alias Jan den
Dekker trouwde zijn haar broers ook uit dit huis vertrokken. Jonnes ging
naar zijn
zuster
Marie op Brugge en Chrisje vond onderdak bij de
nonnen in het toenmalige Rusmollese Oude Mannenhuis. Christje, of liever
op z'n Rusmolles Kriesje,
stond in Rusmolle bekend als de immer vriendelijke sigarenrokende
onderhoudsman van het kerkhof bij de Lambertuskerk. Hij onderhield dit of het zijn eigen
tuin was. Alle afval van het kerkhof begroef hij op het slagveldje, het
tegenwoordige parkeerterrein voor de Vreeburgpassage. Hij was een fervent lid van het gilde en
altijd van de partij bij de gilde activiteiten. Als schutter stelde hij
niet zo veel voor. Dat leidde nog wel eens tot
plagerijtjes. Als hij
bij wedstrijden aan de beurt was om te schieten hielden anderen het geweer voor hem vast, niet in de
laatste plaats omdat hij zo klein was
en er anders niet bij kon. Hij
hoefde alleen maar de trekker over te halen wat hij altijd met z'n
ogen dicht deed. Onder groot enthousiasme riep hij dan dat het schot raak was
en men liet dat maar zo. Chrisje verhuisde in de zestiger jaren naar een bejaardenhuisje
in Den Dungen maar keerde in
de zeventiger jaren weer terug naar Rusmolle als een van de eerste
bewoners van De Annenborch. Hij woonde daar tot zijn dood in
1979 en is op zijn geliefde kerkhof
bij zijn broer Jonnes begraven.
Jonnes van Galen.
Mieke van Galen. Zij trouwde
met Jan Pennings (den Dekker)
Nadat de van Galens in 1939 het ouderlijk huisje hadden verlaten kwam
het net getrouwde paar
Jos Schippers en Martha Hoedemakers daar te wonen. In het gezin Schippers werden 4 meisjes en 2
jongens geboren. Mijn broer Toon is getrouwd met hun
dochter Jaqueline. In 1956 heeft Jos een
nieuw huis gebouwd in de Pastoor Hordijkstraat op de plaats waar
voorheen de (afgebrandde) boerderij van Piet van Wanrooy stond.
Na de familie Schippers kwamen Adriaan Maas en zijn vrouw Nelly van
Nuland, een dochter van Klaas van Nuland uit de Kattenbosstraat in dit huis, en zij wonen er nog steeds.
Het gezin van Marinus
Vos.
Achter vlnr: vader Marinus-moeder Drika-Cor-Marie
Voor: Jos-Dorus-Marinus
Dan
staat er een oud huis met het front naar de weg. Dit was oor-spronkelijk
het huis van Marinus Vos, bijgenaamd
"´t Krom Voske", die getrouwd
was met Drika van Creij. Hij had daar een
levens-middelenwinkel en café. Café was
eigenlijk wel
een groot woord. Het was niet meer dan een tafel en enkele stoelen in de
winkel waar flesjes bier werden verkocht. Maar het was er niet minder
gezellig om. Vooral in de weekenden kon het er behoorlijk krullen. Als de bouwvak-kers
en polderwerkers uit de Krommenhoek in het winkeltje door de alcohol 'n
bietje op stoom kwamen viet 't Krom Voske, of een van zijn muzikale
zonen de monnika en spulde er op los. De stemming steeg dan net zo snel
als de omzet. Marinus maakte wel
eens samen met zijn zoon Dorus muziek op de Rusmollese kermis. Dorus
speelde op de monnika
en zijn vader sloeg de maat met een stok waaraan een rinkelbom was
bevestigd. Toen Drika eind dertiger jaren
overleed sloot Marinus Vos zijn winkeltje.
Zoon Piet
trouwde met Dina Hoedemakers en zij trokken bij hem in.
De oude winkelruimte werd verhuurd als woning waarin o.a. Wend en Sientje
Schippers en Wim Voets bijgenaamd de Spin hebben gewoond. De laatste
bewoonster was Kaatje van den Burgt, de (schoon)moeder van Piet en Dina. Kaatje
was in Rusmolle beter bekend als Kaatje Prop. Piet Vos werkte als chauffeur
bij van Gend en Loos en
was jarenlang hoofdvendelier van het St.Catharinagilde. Tientallen
jaren ging hij met vliegend vaandel bij de guld voorop en bracht bij officiële gelegenheden
de vendelgroet aan
Kaatje Prop
geestelijke
en wereldlijke overheden.
In 1971 is hij op 62 jarige leeftijd aan een hartaanval overleden. Een lange stoet gildebroeders
waren
van heinde en verre gekomen en trok door het dorp om hem de laatste eer te
bewijzen en naar zijn laatste rustplaats
bij de Lambertuskerk te begeleiden. Dit maakte op
zijn zoon Rien, die toen tamboer van het gilde was, zo'n grote indruk dat hij beloofde het gildevaandel
van zijn vader over te nemen en zijn hele leven te dragen. Rien
is nu nog
steeds hoofdvendelier van het St.Catharina-St.Jorisgilde.
Piet en Dina Vos - Hoedemakers
Piet Vos in actie voor villa de
Driesprong, de ambtswoning van Burgemeester von Heijden.
1951. Een mooi beeld van het einde van de Deken Fritsenstraat toen
het nog Krommenhoek heette. Te zien is het huis
van Piet en Dina Vos. Op de voorgrond werd enkele jaren later het
huis van Ties en Dieneke Raaymakers gebouwd. Hier begon ook het zandpèdje door
de aauw Krommenhoek naar het Sprokkelbosch.
Tot zo ver de rechterzijde van de
straat en over naar de linker zijde, te beginnen na café
" 't Huukske" nu Grieks restaurant.
Het begin van de aauw en de neije Krommenhoek.
De situatie rond 1950 met café Hasje van Dijk en
daarachter het boerderijtje van Driek Voets. De andere prent is uit 1970.
Het woonblok van o.a. Sjef Voets is links nog te zien en zou
spoedig worden afgebroken.
Café Hasje van Dijk is
inmiddels verdwenen en vervangen door café
en cafétaria 't Huukske. (Later kwam
hierin een Grieks restaurant).
Vanuit het raam bekijkt
Mie Voets een winterse Krommenhoek. Driek Voets
In
eerste huis in de Deken Fritsenstraat na café 't Huukske woonde vóór de oorlog
Willem van Hoof. Willem en zijn vrouw maakten peperkoeken in
allerlei maten en modellen. Zij stonden met deze koeken op markten en kermissen. Als extra attractie kon je bij hun peperkoek happen en
peperkoek slaan. Voor peperkoek slaan werden grote ronde peperkoeken
ge(mis)bruikt.
Hun zoon Marinus begon na de oorlog aan de Bruggensestraat een handel
in sloopmaterialen. Deze zaak is uitgegroeid tot de Hout en
Bouwmaterialenhandel van Hoof en nog steeds aan de Bruggensestraat
gevestigd. Dochter Mie trouwde met bouwvakker Driek Voets en bleef in het ouderlijk
huis
wonen. Begin vijftiger jaren is het boerderijtje afgebroken en
hebben Driek en Mie er een nieuw onderkomen gebouwd.
Ik herinner me met
bewondering Driek als degene die samen met enkele van zijn zonen de
bouwput van ons nieuwe huis in de Raadhuisstraat in 1955 hebben uitgegraven. Niet
met een graafmachine maar met de schop. Ook de steigers voor ons
nieuwe huis werden door Driek en zonen gebouwd. Die moesten toen nog met touwen aan elkaar
worden geknoopt. Driek overleed in 1957. Hij werd slechts 47
jaar.
Dit schilderij van het oude boerderijtje van Driek en Mie Voets
is vlak na de oorlog gemaakt door hun over buur-man Louis van Amelsfoort.
1935. De foto is genomen vanaf (nu) cafétaria
de Goedzak aan de Rodenborchweg richting de molen van Duffhues. Het geeft een
prachtig beeld van de oude Krommenhoek. Rechts een stukje van het huis
van Willem van Hoof. Het boerderijtje in het midden was van Jan Pennings(den
Dekker).
In het huisje linkse woonde Dorus en Marie Kappen. Tussen de molen en het boerderijtje
van Jan Pennings is
het huis van Harrie Kusters te zien waar thans Verfspecialist Langeraap
is.
Jan Pennings woonde in het
huis midden op de foto hierboven. Hij was getrouwd met Mieke van Galen. Jan had als
bijnaam 'd'n dekker' omdat hij als dakdekker of strodekker in heel de
omgeving daken van boerderijen en schuren vernieuwde. In de vijftiger
jaren is dit huis afgebroken en vervangen door nieuwbouw.
Enige jaren later heeft Kien van Rosmalen naast Jan Pennings gebouwd. Kien
was getrouwd met Martha, een dochter van Jan den Dekker. Kien had als bijnaam 'de Weuw'. Hij was
befaamd keeper van OJC. Ge kwaamt 'r nie héndig
langs. In die tijd ging ik dikwijls naar OJC kijken, die op een veld aan Nieuwendijk
speelde. Ik kan me nog herinneren dat Kien eens driest zijn doel
uitstormde en werd geremd door een been van de tegenstander. Beenbreuk!
Op een houten ladder is hij van het voetbalveld afgevoerd. Ook herinner
ik mij dat bij een gevaarlijke doorbraak van de tegenpartij Kien geweldige uithaalde
om de bal weg te trappen. De aanvaller had dezelfde intentie. Het gevolg was een
even geweldige knal die bal in
tweeën spleet. Dat wilde heel wat zeggen over de kracht van de trap want
de leren ballen in die tijd ware niet kapot te krijgen.
Het jonge echtpaar Harrie en Antje van der Heijden-de
Cort
Naast Kien de Weuw stond, en staat
nog, een van de oudste woningen uit de
Krommenhoek. In de twintiger jaren woonde daar de familie van Dam en in
de jaren dertig Dorus en Marie Kappen-Maas. Dorus en Marie verhuisden in 1939 naar de Dorpsstraat. Na hun
woonden
daar o.a. Louis en Kaatje van Amelsfoort- van Uden, Dorus en Betje
Kerkhof-van Lokven en Antoon Kerkhof-Mien van Alebeek.
In 1955 kwamen Harrie van der Heijden en Antje de Cort daar te wonen. Harrie
kwam uit Heesch en werd in 1933 door zijn ouders verhuurd als boerenknechtje bij de man met de mooiste snor van Rusmolle: Driek van Herpen op de Bèrgt.
Driek was stratenmaker en boerde er wat bij. Een viertal koeien, enkele varkens en
wat kalveren bevolkten de
boerderij. Het gezin van Herpen breidde zich ook steeds uit en Driek en
zijn vrouw Drika van Nuland
konden het allemaal niet meer bijbenen. Daarom werd Harrieke als
15 jarige hulp binnen gehaald. Letterlijk want hij woonde ook bij de familie van
Herpen in.
Eind dertiger jaren brandde de boerderij af en Harrie was zijn
werk kwijt. Hij ging als boerenknecht naar Jan van Uden in het Sprokkelbosch
waar hij 5 jaar bleef. In
die tijd leerde hij zijn vrouw Antje de Cort kennen die
bij molenaar Jo Duffhues in huis werkte. Zij trouwde in 1951 en
gingen op het Heeseind wonen. Na vier jaar kwamen zij in het huisje
tegenover de molen waar Harrie nu nog woont. Harrie sloot zijn werkzaam leven
via grootgrutter P.
de Gruyter & Zn en veevoeder-fabriek Koudijs af.
Antje de Cort en Cato Duffhues
Voorbij Harrie van der
Heijden werden niet lang na de oorlog twee blokken houten noodwoningen
gebouwd. Geheel
volgens de bouwpakketmethode in enkele dagen op een fundering van wat
losse stenen in elkaar gezet. Eerst een blok van vier en daarnaast een blok van drie met iets
grotere woningen.
De noodwoningen die van 1951 tot 1967 in
de Krommenhoek gestaan hebben van twee kanten bekeken.
De Deken Fritsenstraat 1959. Links het
huis van
Een winters plaatje uit de vijftiger jaren voor de
aannemer Toon van Uden.
noodwoningen. De kinderen zijn vlnr:
Ria, Thea, Piet
en Felix Duffhues
Het is bijna niet te
doen om iedereen te achterhalen die in de keten heeft gewoond. Enkelen
hebben er jaren gezeten, sommigen enkele maanden en er zijn gezinnen die
zelfs van de ene keet naar de andere zijn verhuisd. Dat kwam omdat de
woningen in de blok van vier iets kleiner waren dan in de blok van drie. Ik vermeld de namen in volgorde gezien vanaf
het Rusmollese centrum.
De eerste
blok: Eerste keet, Gredje en Anneke Verhallen, die enkele jaren
later naar een grotere woning in de blok van drie zouden verhuizen.
Na de familie Verhallen Jo'de Joris' van der Donk en An Langens.
Daarna Jan van der Ven.
Jo van der Donk en An Langens
In de tweede keet vanaf de eerste dag Frans Meurs
en Mien van den Heuvel
die er tot aan de afbraak hebben gewoond.
Voorbij de familie Meurs in de derde keet eerst Piet Hendriks en Cis Krol.
(Ook zij zijn later verhuisd naar een grotere keet in de blok van drie).
Na
Piet en Cis kwam er Han Hartogs.
Cis Krol
en Piet Hendriks
De eerste bewoners van de
vierde keet waren Nardje van Nuland en Netje Schippers. Na hun Jan de Kees en An Verboord en vervolgens Gijsje Legierse en Zus van Aggelen.
Dan de 2e blok van drie
noodwoningen:
De eerste bewoners van deze eerste keet waren Jan Pennings (d'n
dekker) en Mieke van Galen. Zij woonden daar enige tijd totdat elders in de Krommenhoek
hun nieuwe huis klaar was.
Na hun Gredje en Anneke Verhallen die vanuit een van de andere keten
kwamen (omdat deze groter was).
Daarna zaten daar o.a. Jo
van Alebeek en Bet Verboord.
In de tweede woonde Oma Spierings en haar dochter Maria die met Has
van der Doelen was getrouwd. Has en Maria hebben er maar even gewoond. Zij
verhuisden al vrij snel naar een van de twee dubbele woonblokjes iets verderop in de Deken Fritsenstraat.
In de derde noodwoning Gredje
Westerlaken. Bijna iedereen kende hem onder de naam Gredje Clement. Hij was getrouwd met Hanneke Zwanenberg uit Berlicum. Er
waren vijf dochters in dit gezin. Na en paar jaar bouwde zij aan de Nieuwendijk
een nieuwe woning.
Familie van Rooij. Staande vlnr.: An, Marie, Bert, Henk. Zittend: Gerrit,
vader Tinus van Rooij,
moeder Dien Vorstenbosch , Jo.
Tinus van Rooij, beter bekend als de Ridder, en Dien Vorstenbosch, beter
bekend als Dien Pèk, kwamen in de leeggekomen keet. Toen die
op hun beurt vertrokken kwamen daar danstentenverhuurder Jo Steenbakkers en zijn vrouw
Jaan van den Akker die er tot de afbraak in 1967 woonden. Zij verhuisde toen naar de Bèrgt.
De lijst van
bewoners is zeker niet compleet. Mocht U nog namen en/of andere
aanvullingen of veranderingen willen doorgeven dan graag
hier klikken.
Ook foto's zijn van harte welkom.
Alvast bedankt.
1959. D'r wier gedorst bè Bert Coppens. Op de
voorgrond de Schoolstraat. Op de achtergrond de Deken Fritsen-straat. De meulen van
Duffhues heeft z'n wieken nog. Op de open plek kwam later verzorgingshuis De Annenborch.
1973. De Annenborch is reeds geopend.
De tuinen moeten nog worden aangelegd.
Voorbij De Annenborch twee dubbele woningen
die in 1933 zijn gebouwd door Jan Coppens. Jan had
een boerderij elders in de Krommenhoek die is afgebroken om plaats te maken voor De Annenborch.
De bewoners na de oorlog, van links naar rechts:
--1e woning:
Cub en Riek van Deursen-van Hoof
Eef en Fien van Pinxteren-Swanenberg
--2e
woning:
Oma Spierings,
Has en Maria van der Doelen-Spierings
Riek en Jos van den Burgt-van Pinxteren
--3e woning:
Piet (Piet Pap) en Anna van Nuland-Heesbeen
Henk en An van Pinxteren-van den Burgt
--4e woning:
familie Ieske Schippers
Bijs (de Koen) en Sjaan Hartogs
Wim en Ellie van der Plas-Versteijnen
Mocht iemand aanvullingen of wijzigingen hebben graag een mailtje.
Alvast bedankt
Na deze twee pandjes
stond een huis dwars op de weg. Dit was door Janus van der Pas, in Rusmolle Vader Janus
genoemd, daar gebouwd Hij bouwde dit huis op de plaats van zijn vorige woning die in de dertiger jaren door brand werd verwoest.
Janus was getrouwd met Marie van der Heijden. Na hun bleef zoon Jos, getrouwd
met Marietje van Erp, daar wonen. Marietje overleed heel jong
en Jos hertrouwde met Dien Diks. Bij het huis van van der Pas hield de
Deken Fritsenstraat op. Pas eind jaren vijftig kwam er een doorbraak
naar de Hondsberg.
De situatie in 1960 net voorbij De Annenborch.
Links de twee woonblokjes van Jan Coppens. Dan dwars op de weg Jos van
der Pas. Daarachter het huisje van Mieke van der Leest- Hoedemakers. Op
de voorgrond nog een stukje van het huis van Toontje van Liempd. Rechts
woonde de familie van Gaalen en dan Piet en Dina Vos. Daarachter het in
aanbouw zijnde huis van Ties Raaymakers en Dieneke Vorstenbosch.
Bert
Verhoeven
De Deken Fritsenstraat hield, tot in de
vijftiger jaren bij Janus van de Pas op. Daar ging een klein zandwegske
naar rechts en slingerde zich in allerlei bochten naar de Hondsberg en
het Sprokkelbosch. Tot in de oorlog stond daar, rechts van het
huis van Janus van der Pas, een zeer oud huisje uit 1800. Hierin woonde
Bert Verhoeven en Dina Brioul die dit stulpje in 1912
van de fam. Andregg kochten voor de somma van F.12,- inclusief de 334 vierkante
meter grond. De acten hiervan staan elders op deze site.
klik hier
Bert en Dina hadden inwoning van hun dochter Han en haar man Herman Vorstenbosch. Herman hiette op z'n Rusmolles Hèmke Pèk
en was unne'n echte Maliskamper. Aan het einde van de oorlog is dit
huisje door de Duitsers verwoest. De families Verhoeven en Vorstenbosch
kregen voor enige jaren onderdak in een boerderijtje dat achter de molen van Duffhues stond en waar later
o.a de Leeuw en van der Sluis in
woonden. In 1950 verhuisde Hèmke en Han met hun vier kinderen
naar het voormalige huis van Hannes Versteijnen elders in de
Krommenhoek.
Janus van der Leest en Mieke
Hoedemakers
Net
voorbij Jos van der
Pas stond een dubbel
woonblokje dat alleen via een zandpèdje om het huis van Jos bereikbaar
was. Dit huisje werd begin 1900 als boerderij gebouwd door de vader van Harrie
Kusters. In 1930 zijn er
twee woningen van gemaakt.
In het eerste gedeelte woonde na de oorlog Janus van
den Burgt (Janus de Moor) en Marie Rombouts. Toen deze vertrokken kwamen daar
Jan Beems (d'n Bims) en zijn vrouw Dien van Rosmalen.
In het tweede gedeelte
woonde al vanaf de dertiger jaren Mieke van der Leest-Hoedemakers, Mieke Hoed vur
Rusmollenaren. Zij werd al op zeer jonge leeftijd weduwe nadat haar man
Janus
op 24e jarige leeftijd aan hersenvliesontsteking was overleden. Mieke bleef
met drie kleine kinderen achter: Lenie, Wim en Harrie.
Harrie kwam in 1958
bij een een bizar ongeval om het leven. Hij werkte in Helmond en was met
nog enkele anderen in een auto onderweg naar huis toen een paard in
paniek op hun auto sprong. Aangezien de auto een linnen kap had trapte
het paard daar dwars doorheen en raakte Harrie aan zijn hoofd. Hij is
deze verwonding nooit meer te boven gekomen en overleed enige tijd
daarna.
Tweemaal de woning van Mieke Hoed. Begin 1900
als boerderijtje begonnen en in 1930
verbouwd tot twee woningen. In de zestiger jaren is
het linkse gedeelte gesloopt om plaats te maken voor de nieuwbouw van
Theo Schippers. Het overgebleven deel kreeg al snel de bijnaam "huisje
ten halve". Mieke Hoed heeft nog
tot het einde van de tachtiger jaren in het gehalveerd huis gewoond en
is toen naar een ouderenwoning in de Wethouder Noppenlaan is verhuisd.
1950. Foto genomen vanaf de Hondsberg met rechts het woonblokje
van Jos van de Burgt en Mieke van de Leest en in het midden het huis van Jos van
der Pas en Dien Diks. Op de achtergrond de houten keten.
In 1959 is er een doorbraak gemaakt om de Deken Fritsenstraat
rechtstreeks met de
Hondsberg en het Sprokkelbosch te verbinden.
In het
pand bij de auto woonde Mieke van der Leest.
Daar tegenover heeft Hèmke Pèk inmiddels zijn nieuwe huis gebouwd. Op
de rechtse foto een kijkje op de Krommenhoek vanaf het Sprokkebosch.
naar boven |