Burg.Nieuwenhuizenstraat 2
                                     (Tot 1953 Kattenbosstraat)

                                       Vanaf de Dorpsstraat gezien de linkerstraatzijde.

Op deze pagina o.a.: rook uit bokstessen...achthonderd schaven...Toon en Sientje...kiepenslachterij...hypnose en
                                  wichelroedeloper...de umkes......oorlogsdrama in kattenbosstraat...

           
 
1960. Het eerste huis aan de linker kant in de Burg. Nieuwenhuizenstraat waar toen o.a. veldwachter van der Els woonde. Nu staat er het kantoor van Makelaar Ter Mors. Op de stenen palen kinderen van Ad en Thera van den Elzen. Ad maakte de foto vanuit zijn voortuin.

Voor de oorlog woonde in het linkse gedeelte van het bovenstaande huis, dat grensde aan het oude kermisterrein, de weduwe Verzantvoort, in de volksmond Hannemoetje. Zij waar in heel het dorp bekend om haar prachtige zandvloeren. In die tijd had bijna niemand vloerbedekking maar strooide fijn witzand op de vloer van de goei kamer. Sommigen, zoals ook Hannemoet, waren daar zeer bedreven in en maakte er ware kunstwerkjes van. Haar wat oudere zoon woonde bij haar in. Waarschijnlijk had hij er een goed kosthuis want ze noemde hem in  Rusmolle "d'n Dikke Verzantvoort".
Na de oorlog hebben Jan Voets en Toos van Hoof een aantal jaren in het huis van Hannemoet gezeten. Toos was een dochter van Christje van Hoof die vele jaren lid van de Rusmollese gemeenteraad is geweest.


Het jonge echtpaar Dorus en Agatha. In het rechtse gedeelte zat familie van der Els. Om preciezer te zijn de Rusmollese veldwachter Dorus van der Els, zijn vrouw Agatha Duij-melinck en hun zeven kinderen. Dorus en Agatha kwamen uit Helmond, waar Dorus in 1890 werd geboren. In de eerste wereldoorlog was hij cavalerist en is vervolgens bij de politie gegaan. In 1922 kreeg hij zijn aanstelling tot gemeente-veldwachter van Rusmolle met de toegevoegde term: Bezoldigd. Deze toevoeging gaf aan dat hij ook buiten de gemeentegrenzen mocht optreden.

Dorus en Agatha, hebben na zijn benoeming in Rusmolle eerst enkele jaren in het oude gemeentetehuis gewoond. De ingang van deze dienstwoning was in de Raadhuisstraat. Op de foto uit 1919 links achter de boom is de ingang nog net te zien. Hier werden hun eerste 2 kinderen Mien en Theo geboren.
Onder de trap van het bordes was een cel waarin de veldwachter zijn arrestanten in onderbracht. Meestal waren dit dronkelappen, vechtersbazen of landlopers die daar een paar nachtjes over hun zonden konden nadenken. De voedselvoorziening, tegenwoordig zeggen zeggen we 'catering', van de gevangenen was in handen van de vrouw van de veldwachter.
Een van de taken van de gemeenteveldwachter was het op tijd sluiten van de café's. Er waren in die tijd nogal wat tapperijen in 't dorp en vooral met de kermis werd het niet zo nauw genomen met de sluitingstijd. De gemeente wilde "dicht op de juiste tijd', waarschijnlijk ook geïnspireerd door de gedachte van de pastoor hierover. Tijdens de kermisdagen maakte d'n Els elke avond een ronde langs alle cafe's maar ging nooit alleen. Hij werd daarbij geassisteerd door 'n naburige
collega, b.v. uit Hintham.
 
In 1928 verhuisde het gezin van der Els naar het huis op de foto boven aan deze pagina.

Dorus zou meer dan dertig jaar veldwachter in Rusmolle blijven. Hij was streng doch rechtvaardig en had zo z'n eigen manier van opvoeden. Opgroeiende jongens rookten in die tijd ook wel eens stiekem een sigaretje. Als hij de jonge rokers betrapte en er op afging stopten die vlug hun hand met de brandende sigaret in hun broekzak.
D'n Els keek de zondaars dan streng aan maar zei verder niks. Hij wist uit ervaring wat er aan d
e hand was. Het begon in hun tèssen natuurlijk knap heet te worden en as de rook vort ut hun boks kwam zein hij:
" Wor 't 'n bietje wèrrem jungskes"? D'n Els ging weer verder en de les waar geleerd......vur efkes!

Toen eind veertiger jaren de gemeentepolitie werd ingevoerd kreeg of nam van der Els ontslag. Hij heeft nog tot aan zijn pensionering in 1955 bij het parket in Den Bosch gewerkt. Het huis is eind zestiger jaren afgebroken om plaats te maken voor de uitbreiding van De Kentering met de Blauwe zaal.

1931. Het gezin van Dorus en Agatha van der Els vlnr.: Achter staande Jan. Midden: Mien, vader Dorus, Rinus, moeder Agatha, Koos.
Voor: Theo, Frans. Annie was nog niet geboren.


  

Nogmaals het gezin van der Els maar nu b.g.v. het 50 jr huwelijk van Dorus en Agatha vlnr. Staande: Frans, Rinus, Mien, Theo. Zittend: Annie Koos, Dorus, Agatha, Jan.

  
                          Een prachtige tekening van het huis van van der Els, gemaakt door A. van Heist

Voorbij van der Els, stond een groot woonhuis. Hier woonde Willem de Veer. Hij kwam oorspronkelijk uit Geffen en trouwde in 1922 met Annie de Groen uit Horssen op de Veluwe. Toen heeft hij ook dit huis gebouwd. Aanvankelijk was het een enkele woning met daar aan vast een werkplaats. Willem was nl. aannemer en timmerman.  Al het houtwerk voor de nieuwbouw maakte hij zelf. Tevens kon hij prachtige meubelen maken. Hiervoor bezat hij het onwaarschijnlijk aantal van achthonderd schaven. In alle soorten en maten. Deze collectie bracht hij in de oorlog onder in de oude brouwerij in de Dorpsstraat waar toen Has van Pietjes (van Schijndel) woonde. De Duitsers hadden behoorlijk in zijn verzameling huisgehouden en een groot deel van zijn collectie "geleend". Anna is in 1935 na een langdurig ziekbed overleden. Willem bleef met 10 jonge kinde-ren achter. Willem de Veer stierf in 1955 en Jan Voets en Toos van Hoof kwamen  hier te wonen.

                Anna en Willem de Veer
                       Familie de Veer in 1928. Kinderen vlnr: Pieter, Rieka en Frans

         
Het huis zoals Willem de Veer het in 1922 bouwde. Het         Het huis in 1960. Toen het bewoond werd door  rechter gedeelte was zijn timmerwerkplaats.                                   de families van Jan Voets-Toos van Hoof en Jan
                                                                                                            Jan Maas-Annie van Nuland.
 

Na de dood van zijn vrouw verbouwde Willem de Veer zijn huis en maakte van de timmerwerkplaats een woning. Hierin kwam zijn zuster Betje met haar man Klaas van Nuland. Klaas werkte bij kolenhandel van Boekel  in Oss. Klaas en Betje kregen twee dochters. Een van hun, Annie, trouwde in 1953 met Jan Maas en trok bij haar ouders in.  Het  pand is in 1975 afgebroken en de grond werd bij het parkeerterrein achter de Kentering gevoegd. Piet en Anneke Kusters-de Wit hebben in 1961, pal naast De Veer en van Nuland, een huis gebouwd dat nu aan de rand van dit parkeerterrein staat.

Klaas en Betje van Nuland-deVeer


In volgende huis woonde Marinus van Lokven (een broer van Haske van Lokven, d'n bloemist aan de Graafseweg). Marinus had een hoveniersbedrijf met een aantal vaste medewerkers. Naast de aanleg van nieuwe tuinen had hij ook vele tuinen in onderhoud.
In Den Bosch b.v. hield hij de hoven bij van o.a. de kloosters Mariënburg en  Choorstraat.
Naast tuinaanleg verkocht hij bloemen en planten aan huis.  Marinus, Nulander van geboorte, was getrouwd met Anna van de Velden die van den Heinis kwam. Na hun huwelijk woonden ze even in Berlicum. In 1935  huis lieten ze dit huis bouwen. In het gezin werden 8 meisjes en drie jongens geboren. Dochter Joke, getrouwd met Henk van Bakel, woont nog steeds in het ouderlijk huis.

Voorbij van Lokven staat nog vrijstaand woonhuis. Tot 1942 woonde hier de familie Brioul. Toen zij verhuisden kwamen Has en Dora Clement vanuit de Dorpsstraat hier naar toe. Has, geboren in Nuland,  was getrouwd met Dora van Lijssel (een zus van Drika van Lijssel, de vrouw van aannemer Huub Pennings). Ze kregen vier jongens en 2 meisjes. De twee meisjes zijn allebei jong overleden. Sjaantje werd slechts 5 en Sientje overleed toen ze 19 was. Has runde een straten-makersbedrijf en werkte veel voor  Jan Heijmans en Lambert van Druenen. Hun vier zonen Jo, Nico, Albert en Theo zijn alle vier bij hun vader in de zaak actief geweest. Nico heeft het be-drijf tot aan de tachtiger jaren voortgezet.
                                                 
   
                                                                       Has en Dora Clement

Dan staat er een boerderij in de lengterichting langs de straat. Tot 1947 woonden daar Antoon en Sientje van Rosmalen-van Helvoirt.
Zij werden in Rusmolle Toon en Moeke d'n Booi genoemd omdat Toon bij de PTT als postbode werkte. Sommigen zeiden ook Toon de Schoenmaker. Deze bijnaam had hij van zijn vader had geërfd. Die was lange tijd schoenmaker op Coudewater, hoewel hij eigenlijk melkboer was. Hij zal het schoenmaken wel als bijklusbaantje hebben gehad. Het ontstaan van bijnamen zit soms raar in elkaar. Sientje was een zuster van Dorus van Helvoirt die op de Bèrgt woonde.


Toon d'n Booi voor de oorlog in actie als Rusmollese postbode.
 

              
                                   Toon van Rosmalen en Sientje van Helvoirt in hun levensontwikkeling

Toon en Moeke  kregen nadat ze in 1923 getrouwd waren een van de drie huisjes toegewezen die nu deel uitmaken van Wooncomfort de Veer. (waar o.a. Jo Coppens met zijn cafetaria in heeft gezeten).
Daar werden hun eerste 2 kinderen geboren. Omstreeks 1925 verhuisden ze naar dit boerderijtje. Bijzonder aan het langgerekt gebouw is het ontbreken van een bovenverdieping. Alle (slaap)kamers waren beneden. De boer-derij bestond eigenlijk alleen uit 4 buitenmuren met een kap er op.
Toon en Sientje vertrokken in 1947 met hun 10 kinderen naar de Dorpsstraat. Zij namen het huis over waar Dirkske en Drika van Lith-van Rosmalen tot dan hadden gewoond. Het stond tussen café 't Centrum en het café van Piet der Kinderen in. Dit huis was vrijgekomen omdat Drika in 1947, op de dag dat het café van buurman Jan Schel afbrandde, tijdens het voeren van haar kippen aan een hartaanval overleed. Drika was een zuster van Toon d'n Booi.


 
De kinderen van Toon en en Moeke d'n Booi gefotografeerd aan het einde van de oorlog. vlnr: Theo, Tiny,
Antoon, Riek, Paula, Bertha, Johan, Sjaan, An, Janus.

Nadat het boerderijtje in 1947 met nog veel zichtbare oorlogsschade leeg kwam, heeft Bertus de Vis (Vissers) er enkele jaren in gewoond, totdat hij aan de overzijde van de straat een van de nieuwe gemeentewoning kreeg toegewezen.
Toon van Kreij en Marie van den Heuvel namen het boerderij/woonhuis over
en begonnen er een kippen-slachterij.  In de zestiger jaren openden zij er tevens een poulierswinkel.
Naast het boerderijtje staat een huis dat eind zestiger jaren gebouwd is door de oudste zoon van Toon van Kreij, Toon jr. Hij was getrouwd met Mientje van Rosmalen (de Weuw), Toon nam de zaak van zijn vader. Het bedrijf is in de jaren daarna geweldig uitgegroeid. Hun producten gingen door heel Europa.

                                                      
Tot 1947 was er voorbij het boerderijtje aan de linkerkant van de straat tot aan de Nonnenpad (nu de electrozaak van Jo Verhallen) geen bebouwing maar allemaal weiland. Dit alles was eigendom van Toon d'n Booi. Hij verkocht deze grond aan de gemeente die er in 1947 vier vrijstaande- en twee dubbele woonhuizen op zette. Het resultaat van deze uitbreiding is op de onderstaande foto uit 1950 te zien. (De twee dubbele woningen rechts werden pas in 1949 gebouwd). De straat was inmiddels helemaal verhard. In 1953 werd de straatnaam veranderd in Burgemeester Nieuwenhuizenstraat.

  
                                                           
Driek Langens en Mina Verhallen, die in een klein arbeiderswoningkje in de Weidestraat zaten,  kregen de eer-ste gemeentewoning toegewezen. (voorbij het boerderijtje links op de foto). Driek was geboren in een huis dat stond op het huidige Binkhorstterrein aan de Oude Baan. Zijn vrouw Mina kwam van Gewande.
Het was zeker voor die tijd een moderne woning. Zoals dat in de meeste gezinnen gebeurde gingen de kinderen voor de wekelijkse wasbeurt in de teil. Maar hier hadden ze een douche, zelfs mét warm water. Dit kwam uit een boiler die in de kelder stond. Het enige nadeel was dat die niet zo groot was en het warme water over 9 kinderen en pa en ma verdeeld moest worden. Snelheid geboden dus.
Driek heeft ruim veertig jaar bij Distilleerderij Cooymans in Den Bosch gewerkt. Zij kregen 6 jongens en drie meisjes. Nu wonen er hier nog steeds enkele kinderen Langens.

                                                                                         
Familie La
ngens vlnr. Boven:Sjaan, Wim, Antoon, Jo. Midden:Nico, Driek, Mina, Henk. Onder: Mien Bert Theo

In het volgende huis kwamen Antoon en Door Vos. Antoon kwam uit de Rusmollese Molenhoek en Door was 'n dochter van bakker van Rooy uit Orthen. Zij woonden voordien in de Dorpsstraat in hetzelfde woonblokje, op de hoek van de huidige Pastoriestraat, waarin ik geboren werd en mijn familie tot 1956 heeft gewoond.
Antoon werkte bij Grootgrutter P. de Gruyter & Zn. in Den Bosch waar hij fietsenmaker was. Het zal wel meer bakfietsenmaker zijn geweest. In die tijd kon je bij de Gruyter van alles bestellen, vooral levensmiddelen. Deze bestellingen werden per bakfiets bij de klanten thuisbezorgd. In Rusmolle deed dat o.a. Hein van den Broek.
"En betere waar en tien procent" was de reclameslogan van de Gruyter.  Omdat veel plaatsen een of meer bestellers hadden waren er nogal wat bakfietsen in onderhoud.
Antoon was vele jaren een van de prominente leden van Harmonie St.Cecilia en een van de twee muzikanten die een tuba bespeelde. De andere was Sjef van Herpen. Anderhalf jaar na hun verhuizing naar de Kattenbosstraat overleed Antoon en Door bleef met negen kinderen achter.

 
 

   Antoon        Door       Henk        Betsy       Diny        Frans         Jan        Thea        Truus      Antoinette   Gerda


                 Het echtpaar Hendriks             In de vol
gende woning zat aannemer Thè Hendriks die getrouwd was met Anneke van Vuuren. Hij had zijn bouwwerf aan de overzijde van de straat. Hun zoon Toontje was in de vijftiger en zestiger jaren in heel Rusmolle beroemd als keeper van het eerste elftal van OJC. Later is de familie Hendriks naar de Dorpsstraat verhuisd.
In het vierde en laatste van de vrijstaande gemeentewoningen kwam in 1947 Driek van Grunsven. Driek was getrouwd met Leentje de Cort en melkboer bij de melkinrichting Sint Jan in Den Bosch. Zij bouwde enkele jaren later 100 meter verderop, vlak voor de boerderij van Kobus Hanegraaf, een nieuw huis. Nadat Driek en Leentje waren vertrokken werden Pietje Trum en Dunja Schneider de volgende bewoners. (Thans woont er mijn broer Bert en zijn vrouw Martha).

            Toon en Marie de Laat         Dan staan er twee dubbele woonhuizen die tegelijkertijd met de 4 alleen-staande woningen zijn gebouwd.
In het eerste van de twee kwam Toontje de Laat, een neef van mijn moeder, die in 1946 getrouwd was met Marie de Wit uit Ammerzoden. Toontje en Marie woonden daarvoor bijna 2 jaar in de Dorpsstraat en wel in het huis waar Jèntje en Marietje van Creij hun ijzerwinkel hadden. Zij woonden in het gedeelte waar voordien het oudere echtpaar Clement in zat. Daar zijn zonen Sjaak en Sjef geboren. Hier in de Kattenbosch kwamen er nog 4 jongens en 2 meisjes bij. 
Toontje was metselaar maar had daarnaast  paranormale gave. Hij kon iemand in slaap maken en daarna allerlei dingen laten doen zonder dat die persoon dat zelf wist. Daar maakte hij ook wel eens 'misbruik' van. In die tijd was er een landelijk bekende para-gnost die zich Winando noemde. Deze man deed ongeveer hetzelfde als Toon maar had daar zijn beroep van gemaakt. Hij trok in het hele land volle zalen met avondvullende shows. Zo deed hij ook Rusmolle aan om in ons plaatselijk theater "Het Bondsgebouw" op te treden. Het hypnotiseren wilde maar niet vlotten totdat Winando er achter kwam dat iemand in de zaal hem tegen zat te werken. Toontje dus. Hij werd opgespoord en vriendelijk doch dringend verzocht de zaal onmiddellijk te verlaten.
Toon deed ook aan wichelroede lopen. Dat hield in dat hij met een gebogen stukje ijzerdraad wateraders op kon sporen. Als b.v. iemand slaapproblemen had dan dacht men dat er mogelijke een waterader, die onder het huis of preciezer onder het bed doorliep, de slaap verstoorde.
In zo'n geval liep Toon met zijn ijzerdraadje door het huis. Als het ijzerdraad uitsloeg of naar beneden bewoog was er een waterader gevon-den. Dan verzette Toon het bed naar een andere plaats en kon er weer geslapen worden.

Deze vier pronte kereltjes zijn zoontjes van Toon en Marie: vlnr. Sjef, Henk, Sjaak en Wim

   
   
1960. Het gezin de Laat pal voor hun huis in de Burg.Nieuwenhuizenstraat. Zij komen uit de kerk waar hun dochter Diny haar Eerste Communie heeft gedaan. Vlnr: Riet, Marie, Diny, Toon, nichtje Diny van Hassel, Sjef, Tonny en Henk. Op de achtergrond gaat Anneke Verhallen met enkele van haar dochters.

Naast de Laat woonden Cor Nieuwendijk en Anneke Heesakkers. Cor, geboren in Alphen aan de Rijn, is zijn hele leven timmerman bij bouwbedrijf Pennings geweest. Verder was hij erg actief bij OJC. Eerst als voetballer, later als grensrechter en bestuurslid. Anneke kwam uit de Rusmollese Krommenhoek.
In de volgende twee onder een kapwoning huisde Went Schippers. Went kwam uit een grote familie Schippers die bijna allemaal in de bouw zaten, waarvan de meeste als metselaar. Zijn zonen kregen het bouwen met de cementlepel ingegoten en zijn ook zo ongeveer allemaal in d'n bouw terecht gekomen. Went was getrouwd met Sientje Voets, een zuster van Driek Voets uit de Krommenhoek.
In het laatste huis namen in 1947 Driek en Marie Meurs-van Rooy hun intrek. Marie was 'n Balkumse. Zij woonden hiervoor in de Striensestraat naast Klaasje Venrooy, in een van de "drie onder een kap" arbeiderswoninkjes. Driek Meurs werkte samen met zijn vader bij een heistelling van Heijmans. Deze heistelling zwierf door heel Brabant en werkte op stoom. Als die binnen zo'n veertig kilometer van Rusmolle af stond ging hij daar samen met zijn vader op de fiets naar toe. Ze vertrokken zondagnacht, soms al om 12 uur, want  maandagmorgen om zes uur moesten zij de stoomketels  opstoken zodat er om een uur of acht genoeg stoom was om de machines in werking te zetten. Die nachtelijke fietstochten waren best spannend. Ze gingen vaak over slechte wegen en  onverlichte zandweggetjes. Nu is Driek in de 90 maar het fietsen is hij nog steeds niet verleerd. Nog bijna dagelijks fiets hij tientallen kilometers.
Hij woont er overigens nog als enige van alle bewoners die in 1947 in de gemeentewoningen kwamen .

I
n 1960 is net voorbij de gemeentewoningen, op de kruising van de Burg. Nieuwenhuizenstraat met de toenmalige Nonnenpad, het nieuwe hoekpand van het Wit Gele Kruis neergezet. Het Wit Gele Kruis was een organisatie die je kunt zien als voorloper van wat nu Vivent heet.
In het gedeelte dat langs de Burg. Nieuwenhuizen stond woonden diverse zusters van de (wijk)verpleging en een verloskundige. In het gedeelte langs de Nonnenpad waren de werkvertrekken van zuigelingenzorg, kraamhulp, artsen en uitlening van diverse hulpmiddelen. Tevens was er de praktijk van tandarts Fransen gevestigd.
In 1966 vertrok het Wit Gele Kruis en mijn broer Toon verbouwde een gedeelte tot woonhuis en een gedeelte tot winkel/werkplaats voor complete woninginrichting. 14 september 1968 was voor hem en zijn vrouw Jaqueline een zwarte dag. Hun winkel en de opslagruimte/werkplaats brandde volledig uit. Het woonhuis bleef gelukkig ge-spaard. De zaak werd herbouwd en in 1969 weer geopend. Begin zeventiger jaren zijn Toon en Jaqueline met het woninginrichtingbedrijf gestopt en nam Jo Verhallen het pand over. Jo startte daar een electriciteitszaak die nu  Electro World Verhallen heet. Jo heeft er overigens een groot aantal jaren ook keukens verkocht.

Dan stonden op het het einde van deze straat nog twee boerderijen welke bij de bevrijding van ons durp in brand zijn geschoten en weer waren herbouwd.

De boerderij voorbij het Wit Gele Kruis op de hoek met de Nonnenpad, nu bekend als het Meeuwennest, werd voor de oorlog bewoond door Marinus en Hanneke van Lokven-Kuypers met hun vier zonen Tinus, Driek, Toon en Has en 2 dochters Dore en Mien. Vader Marinus werd door iedereen in Rusmolle Marinus van Schijndel genoemd, omdat zijn moeder jong overleed en hij als baby werd opgenomen in een familie die van Schijndel heette.
Toen de boerderij in december 1943 door een granaat in brand werd geschoten woonde er alleen nog de drie overgebleven vrijgezelle broers Tinus, Driek en Toon. Zij stonden in Rusmolle bekend als "de umkes". Ida van Bakel uit Heesch was hun huishoudster en  trouwde met de Rusmollese postbooi Toontje van Liempt.
Na de brand zaten de broers enkele jaren in een oude schuur bij de afgebrande boerderij. Na de herbouw van de boerderij in 1947 was alleen Tinus nog over. Hij woonde in de nieuwe boerderij samen met het echtpaar Chris  Hoedemakers en Annie van Liempt.
Het pand kwam begin zestiger jaren in handen van Stichting Jeugdbelangen. Ad van Langen en gemeente-ontvanger Verzijden vertegenwoordigden de stichting en onderhandelde met diverse verenigingen voor huisvesting in de boerderij. In korte tijd kwamen er een aantal jeugdorganisaties in zoals o.a:
--Het Genovevagilde, later K.M.G. (Katholieke Meisjes Gilde) met een groep  jonge meisjes waarvan de leiding
  in  handen was van Cor Heijmans en Jaqueline Vos en een wat oudere meisjesgroep die onder leiding van  Annie
  van de Vliert en mijnzus Ria van Hirtum.
--De V.K.A.J. (Vrouwelijke Katholieke Arbeiders Jeugd). 
--De Paulusgroep van de scouting. Deze hadden de zolder in gebruik als ontmoetingsruimte. Henk Boerakker was
  de  hopman en vaandrig waren mijn tweelingbroer Han van Hirtum en mijn zwager Lambèr Voets. De zolder werd
  gedeeld met de welpen. Dat waren de jongsten van de scouting. Bij deze groep was Toos de Jong een van de
  leidsters.
De eerste vergadering over huisvesting in de boerderij tussen de scoutingleiders Henk Boerakker en Han van Hirtum en de vertegenwoordigers van de Stichting Jeugdbelangen Verzijden en van Langen  had een bijzondere afloop. Op een gegeven moment stonden de laatste twee op en verlieten het pand. Na een tijdje kwamen ze terug met vijf en twintig gulden als sponsorgeld voor de scouting. Waar ze het vandaan hadden zeiden ze niet maar het werd het startkapitaal van de Paulusgroep bij hun intrek in het Meeuwennest.
Naast de jeugdgroepen waren in de boerderij de arbeidersbond FNV en de praktijk van tandarts Raaymakers ondergebracht. Deze praktijk kwam uit het voormalige Wit Gele Kruis aan de overkant. Raaymakers had de praktijk van de overleden tandarts Fransen overgenomen.
De oude stal van de boerderij werd omgebouwd tot bar/discotheek voor soos Selection. Dit was een soos voor jongeren die vanwege hun leeftijd nog niet bij soos Satisfaction in de Schoolstraat terecht kon. De soos, die werd gerund door jongeren onder toezicht van een ouderenbestuur, trok zeer veel jeugd uit Rusmolle en omgeving. Tenslotte zij vermeld dat de drumband van de Rusmollese harmonie o.l.v. Jan Noppen er zondagsmorgens  repeteerde. Al met al was boerderij Het Meeuwennest een wat we nu multi-funcioneel gebouw zouden noemen. Dit woord kende ze in die tijd nog niet eens. In Rusmolle zullen ze wel gezegd hebben  " dètter in 't Meeuwennsest altèd verrèkes veul te doen waar".

      Driek en Triena van der Wielen-Maas                                                     Fried en Tina v. d. Wielen-Verstappen 
Na het Meeuwennest staat er een boerderij die oorspronkelijk bewoond werd door Driek van der Wielen en Triena Maas. In 1931 trouwde hun zoon Fried met Tina Verstap-pen. Het jonge paar woonde in een boerde- rijtje in de Bruggense-straat. (later woonde daar 't Maoske). Hier werden hun eerste twee kinderen Hendrik en Cor geboren. Midden dertiger jaren vertrok Fried uit de Bruggensestraat en keerde terug naar de boerderij van zijn ouders in de Kattenbosstraat. Daar werden nog drie kinderen geboren, Jo en Riek en Herman.
Fried had in 1926 een vergunning gekregen om bij de boeren in Nuland melk op te halen. Deze bracht hij naar het Nulandse melkfabriek aan de Graafseweg. Na aflevering van de melk op het fabriek nam hij een lading mulkepap (karnemelk) mee terug om onderweg uit te venten. De terugreis ging altijd over het Heeseind en als de boerinnen het belletje hoorde dat zijn paard aan het hoofdstel had hangen riepen zij Friedjééééh.......pap. Het paard stopte en Fried leverde de gevraagde hoeveelheid mulkepap af bij de klant. Hij heeft er zijn hele leven de bijnaam Friedje Pap aan over gehouden. Fried ging steeds meer zuivelprodukten verkopen en bouwde een grote melkwijk op in Rusmolle en de Maliskamp.
De oorlog eindigde rampzalig voor de familie van der Wielen. In november 1944 schoten de Duitsers van over de Maas brandbommen richting Rusmolle. Deze brandbommen waren volgens Jo van der Wielen bestemd  voor de molen van Duffhues in de Krommenhoek omdat de Duitsers deze molen als een goede uitkijkpost voor de geallieerden zagen. Dat klopte ook wel want er zaten Engelsen in de top van de molen. De bommen misten hun doel maar raakte wel een aantal huizen en boerderij die in het schootsveld van de molen stonden. Zo ook de boerderij van de familie van der Wielen. Gelukkig zaten ze allemaal in de schuilkelder maar verloren bij de brand hun hele bezit . Ook hun vee: 1 paard met veulen, 6 koeien, 4 kalveren en wat varkens. 
Noodgedwongen moesten 9 personen: Fried en Tina, hun vijf kinderen en grootouders Driek en Trina, in een kippenkooike van ongeveer 10 vierkante meter gaan wonen dat als enige gedeelte van de boerderij gespaard was gebleven. In het kader van hulp aan oorlogslachtoffers heeft de gemeente het kippenhok enkele weken later vergroot tot 25 vierkante meter. Hiernaast het schuurtje zoals het er thans nog staat. De linkse helft, met deur en raam, is er destijds door de gemeente aangezet. Onvoorstelbaar dat de hele familie daar ongeveer een half jaar daar in heeft gewoond.
Doordat Fried bij de brand zijn paard én melkwagen kwijt raakte  kon hij zijn melkwijk niet meer bedienen en had dus ook geen inkomen meer. Hij vond een oude hondenkar, zette er twee melkbussen op en trok de kar zelf langs zijn klanten in Rusmolle en de Maliskamp.
Een nog grotere drama voor de familie voltrok zich een half jaar later. Op 10 april 1945 ontplofte er op hun erf een granaat. Bij deze inslag vielen drie doden: grootvader Driek, zijn 5 jarige kleinzoon Herman (een kind van Fried en Tina) en hun overbuurman Tinus Heijmans.
(Meer bijzonderheden over de brand en de slachtoffers van de ontploffende granaat bij de familie van der Wielen op de pagina "Rusmollese minsen" van deze site).

  

De nieuwe boerderij van Fried en Tina van der Wielen zoals die in 1947 op de plaats van de oude afgebrande
werd gebouwd. Nu heet het hier Pastoor Hordijkstraat. Aanvankelijk hadden zij hun familienaam in het lange
gedeelte van het strooien dak laten verwerken. Maar omdat de kosten van de herbouw onder oorlogsschade viel
en dus door de overheid werden betaald vond deze dat niet goed en moest de naam worden verwijderd. Als
vervanging lieten ze toen OKE in het stro zetten.  Links het kippenschuurtje dat een half jaar als tijdelijke
woning dienst deed.

Alle vier kinderen van der Wielen, Henk, Jo, Cor en Riek, hebben korter of langer bij hun vader in de zaak gewerkt. In 1963 trouwde zoon Jo met Corrie Verhagen. Zij hebben de zuivelhandel tot 1990 voortgezet en wonen nu nog in het linkergedeelte deze prachtige boerderij.

 
          Broers Jo en Henk met hun melkwagen                                  Jo met de eerste bedrijfsauto
          in de Maliskamp

                                                               naar boven